Je herkent het vast: jouw huis is jouw veilige plek. De plek waar je je kunt terugtrekken, waar je jezelf kunt zijn. Wat als er aan dit fundament gewrikt wordt? Bijvoorbeeld doordat er in het huis naast je iemand met een verslavingsachtergrond komt wonen en je bang bent voor overlast? In deze blog heb ik het over belangrijke aandachtspunten als mensen met een kwetsbaarheid (nieuw) in de wijk komen wonen. Want hiervoor aandacht hebben is belangrijk voor een veilig gevoel bij inwoners.

Je huis is – in de meeste gevallen – je veilige haven. De ruimte om je huis, de straat, de buurt, hoort hier bij. Als je veilige plek bedreigd wordt, dan worden gevoelens van onveiligheid groter. Die bedreiging kan voor iedereen anders zijn: als je niet weet wie je buren zijn, als je veel geluidsoverlast ervaart, als je merkt dat je buurman al weken de gordijnen dicht heeft.   

Wat je nu ziet is dat er steeds meer mensen met ‘ander’ gedrag (gedrag dat we niet kennen of begrijpen) in de buurt komen wonen. Dichtbij onze veilige plek. Dit doet iets met de ‘gewone’ inwoners. Ze vragen zich af: ‘Wie zijn die mensen, wat komen ze doen? Trekken ze mensen aan waarbij ik me niet veilig voel? Zorgen ze voor geluidsoverlast?’

Ook kan het voorkomen dat kwetsbare buren gedrag vertonen waar anderen zich zorgen over maken. Want als je merkt dat je buurman al zes weken niet buiten is geweest, dan roept dat iets bij je op: ‘Moet ik iets doen?’

Onbekend
Buren worden niet voorbereid op het inhuizen van kwetsbare mensen in de wijk. Ze zijn onbekend met wat het inhoudt om bijvoorbeeld psychische problematiek te hebben en wat de rol van de buurt hierin kan zijn. Er zijn veel vooroordelen over mensen met een kwetsbaarheid, die op voorhand al gevoelens van angst oproepen. Daarnaast zijn mensen bang om ‘meegezogen’ te worden in eventuele problemen van mensen met een kwetsbaarheid.

Tegelijkertijd zien we dat kwetsbare mensen (bijvoorbeeld met een GGZ-achtergrond, statushouders of ex-daklozen) zich niet realiseren wat hun komst in een wijk kan betekenen. Ze willen verder met hun leven, maar dat kan niet zonder rekening te houden met jouw effect op de samenleving waarin je woont. Gedrag wat voor hen normaal is kan bij buren gevoelens van onrust en onveiligheid opleveren. Mensen met een kwetsbaarheid zoeken vaak geen contact met de buurt, o.a. omdat ze bang zijn voor vooroordelen. Maar omdat ze niet investeren in relaties in de buurt is het ook voor hen moeilijk een veilige plek in deze buurt krijgen. 

Uitdagingen
Uiteindelijk kent dit dilemma twee belangrijke uitdagingen. Allereerst is het van belang dat mensen met een kwetsbaarheid die in de wijk (komen) wonen, leren (in de begeleiding die ze krijgen) om vanuit het perspectief van mensen die al in de wijk wonen, naar zichzelf te kijken. Niet vanuit een veroordeling, maar vanuit het gegeven dat zij zelf baat hebben bij het feit dat iedereen zich veilig en vertrouwd voelt in de wijk. Ze moeten leren hoe ze contact kunnen leggen en wat dit contact voor hen kan betekenen. Het is belangrijk dat ze inzien wat verwachtingen zijn vanuit de buurt en wat de consequenties zijn als je niet aan die verwachtingen voldoet.
Daarnaast is het van belang dat buren zich verplaatsen in de situatie van de kwetsbare buur. En dat ze kennis opdoen over wat de situatie is van hun kwetsbare buren en hoe zij betekenisvol kunnen zijn. 

Fundamentele behoefte
Onderlinge onwetendheid zorgt er uiteindelijk voor dat beide partijen – buren en kwetsbare inwoners – zich onveilig kunnen voelen in hun eigen huis. Terwijl je thuis veilig voelen een fundamentele behoefte is van mensen.

Vanuit Kwetsbaarheid in de wijk help ik gemeentes om beleidsmatig te kijken wat ze kunnen doen in deze situaties. Ook deel ik met GGZ-instellingen, buurtbemiddelaars en woningcorporaties hoe zij hun rol hierin kunnen pakken. Benieuwd naar mijn inzichten en aanpak? Neem gerust contact met me op.

Petra van der Horst
Kwetsbaarheid in de wijk