“Mag ik u wat vragen?” Soms een vraag die je gemakkelijk stelt. Bijvoorbeeld als je de weg niet weet of hulp nodig hebt bij het vinden van de juiste groente in de supermarkt. Maar wat als je hulp nodig hebt omdat je financiële problemen hebt, omdat je ouder wordt of omdat je een psychische kwetsbaarheid hebt? Hulp vragen aan een familielid, vriend, kennis of buur blijkt dan een stuk minder eenvoudig. Toch moet deze vraag steeds vaker gesteld worden. We leven nu eenmaal in een tijd waarin hulp van betaalde krachten schaarser wordt en we een beroep moeten doen op ons netwerk. Hoe zorgen we voor minder vraagverlegenheid?

Hulp uit eigen netwerk
De groep van kwetsbare mensen wordt groter. Vooral ook omdat ouderen, mensen met een verstandelijke beperking en/of een psychische kwetsbaarheid vaker en langer thuis blijven wonen. We zien dat zij minder makkelijk dan ‘vroeger’ een beroep kunnen doen op professionele zorg. Er wordt verwacht dat zij ook hulp inschakelen binnen hun eigen netwerk.

#durftevragen
Op social media is de hashtag #durftevragen inmiddels heel gewoon. Mensen vragen op deze manier zonder gene ‘wie kent er een goede webbouwer’ of ‘hoe plak in mijn band?’. Maar echte hulp vragen – als je ouder en/of hulpbehoevend bent – is een ander verhaal. Wanneer merken we bij onszelf vraagverlegenheid en wat weegt dan mee? Om hulp te vragen moet je eerst accepteren dat je hulp nodig hebt. Dit is een ingewikkeld proces, je moet hiervoor trots en schaamte overwinnen. En wat als je het gevoel hebt dat je in jouw netwerk niemand kent die hulp kan of wil bieden? Ook moet je een bepaald gevoel van eigenwaarde opzij zetten om hulp van een ander toe te laten. Mensen ervaren hulp vragen ook als confronterend omdat ze bang zijn die iemand hen vervolgens met andere ogen bekijkt.

Hulp bieden
En aan de andere kant: hulp bieden is ook niet eenvoudig. Want ga bij jezelf eens na: wat is jouw reactie als iemand uit jouw netwerk vraagt of je wekelijks een uurtje langs wil komen om te helpen met schoonmaken? Durf je eerlijk te zeggen dat je niet kan, wil of dat je er even over na moet denken? En met welke dingen wil je wel helpen en waarmee niet? Hoe stel je deze kaders voor jezelf en hoe zorg je dat de hulpvrager hier gedurende het proces niet overheen loopt? Door hulp te bieden aan iemand uit jouw netwerk stap je wellicht uit je comfortzone. Mooi, maar tegelijkertijd is het belangrijk om je eigen belastbaarheid goed te bewaken.

Overvragen
Wat we ook zien is dat mensen die ondersteuning nodig hebben op een gegeven moment geneigd zijn om de hulpbieder te overvragen. Bewust of onbewust. Bijvoorbeeld omdat de hulpvrager erg eenzaam is, geniet van het wekelijkse uurtje dat de buurvrouw langs wil komen en vervolgens blijft vragen of ze dat niet iedere dag kan doen. Ook kan het zijn dat de hulpvrager geen goed gevoel voor relatie heeft of weinig sociale vaardigheden. Bijvoorbeeld vanwege een verstandelijke beperking. Ook dan zien we dat er nog wel eens overvraagd wordt, met een vervelend gevoel bij de hulpbieder als gevolg. 

Kortom: hulp vragen is niet eenvoudig. Evenals hulp bieden, op een manier die voor jou passend en comfortabel voelt. Mijn pleidooi is dat we hulp vragen zo veel mogelijk normaliseren. Dat we mensen die hulp vragen omdat ze kwetsbaar zijn het gevoel geven dat dit oké is. Dat deze vraag niets af doet aan hun eigen waarde, aan hun karakter of aan hoe we hen ‘zien’. En als je het gevoel hebt dat je hulp kunt bieden: doe dit dan. Door ‘ja’ te zeggen op de hulpvraag van een ander of door zelf jouw hulp proactief aan te bieden. Bewaak hierbij echter je grenzen, belastbaarheid en blijf in contact met de hulpvrager.

Petra van der Horst
Kwetsbaarheid in de wijk