Mensen met een (licht) verstandelijke beperking wonen steeds vaker ‘gewoon’ in de wijk. De één maakt makkelijk contact, een ander niet. De één heeft professionele hulp, een ander niet. Voor de één is het doen van alledaagse dingen (boodschappen, de vuilnis buiten zetten) heel vanzelfsprekend, voor een ander niet. Bij de één is de beperking zichtbaar, bij een ander niet. Als medebewoner van een wijk kan je dus verrast worden in jouw contact met een wijkbewoner met een (licht) verstandelijke beperking. Door een onverwachte reactie, vraag of opmerking bijvoorbeeld.

Bijna 70.000 Nederlanders hebben een licht verstandelijke beperking. Je mag er vanuit gaan dat ook in jouw buurt mensen zelfstandig wonen die tot deze groep behoren.

Gelukkig zien we ook mooie dingen ontstaan in wijken waar mensen met en zonder verstandelijke beperking naast elkaar wonen. Er ontstaat onderlinge hulpvaardigheid en begrip. Maar doordat we de (eventuele) beperkingen van onze medewijkbewoners niet allemaal kennen, kunnen er ook minder leuke situaties ontstaan.

Soms is een verstandelijke beperking niet zichtbaar en worden mensen hierdoor – ook door hun buren – onbewust overvraagd. Dit kan zich uiten in psychische- en gedragsproblemen en/of grof taalgebruik als reactie. Maar het zorgt vaak ook voor stress en een ongemakkelijk gevoel bij de persoon met een (licht) verstandelijke beperking. Die voelt zich niet gezien en begrepen, wordt snel wantrouwend en soms zelfs (verbaal) agressief.Onmacht in communicatie uit zich soms in het ‘afblaffen’ van iemand, bijvoorbeeld om eigen onvermogen te maskeren. Hierdoor kunnen relaties in de buurt escaleren.  

We gaan er vaak van uit dat als we iemand verschillende keren hebben aangesproken op hun gedrag, dat de boodschap aankomt. Maar voor iemand met een verstandelijke beperking werkt dit anders. Soms begrijpen ze de boodschap niet goed of weten ze niet hoe ze hun gedrag moeten aanpassen. Schaamte om als dom te worden gezien of angst dat de buur ‘ontdekt’ dat hij of zij iets niet kan, kan zorgen voor onmacht of agressie.

Uiteindelijk wil iedereen goed contact met zijn of haar buurt. Dit geeft veiligheid en zekerheid. Mijn pleidooi is dat we beter leren herkennen of mensen in onze wijk een verstandelijke beperking hebben. Dat we gevoeliger worden voor het feit dat dit aan de hand kan zijn. En dat we onze communicatie hier dus op aan kunnen passen. Met een (licht) verstandelijke beperking in een ‘gewone’ wijk wonen vraagt vaak veel energie. Je hebt bepaalde vaardigheden nodig om contact in de buurt te maken en in stand te houden. Hulp en vooral begrip van buren is dan erg welkom. Als dit is er is kan dit enorm bijdragen aan het zelfvertrouwen en de zelfacceptatie van degenen met een verstandelijke beperking.En een goed contact is ook veiliger voor de ‘normale’ buur zonder verstandelijke beperking. Er is dan minder agressie en wantrouwen in de buurt en dit geeft voor beide partijen meer rust.

Petra van der Horst
Kwetsbaarheid in de wijk

Ik geef vanuit Kwetsbaarheid in de wijk verschillende workshops die aansluiten op het thema in deze blog. Bijvoorbeeld de workshop voor beleidsmedewerkers (donderdag 23 april in Utrecht). Want ook in uw gemeente krijgen wijken steeds meer te maken met bewoners die kwetsbaar zijn. Kwetsbaar door psychische problemen, door eenzaamheid of door onvoldoende financiële middelen. Wat kunt u als beleidsmedewerker doen om kwetsbare buurtbewoners te ondersteunen? In deze workshop krijgt u in één middag concrete aanknopingspunten om buren, winkeliers, professionals en vrijwilligers in hun kracht te zetten bij de ondersteuning van kwetsbare wijkgenoten. Meer lezen en/of inschrijven >>>